Info en weetjes
Zuid-Amerika
Alpaca’s komen oorspronkelijk uit
Zuid-Amerika.
Met name in Peru, Bolivia, Chili en de Andes komen de dieren veel voor.
De alpaca is een afstammeling van de lama en vicugna en behoort tot de kamelenfamilie.
Kuddedier
Een alpaca kan echt niet alleen zijn. Dan is hij ten dode opgeschreven.
Het kudde gevoel is heel hecht. Maar het betekent ook dat er een rangorde is binnen de groep.
Dit zien wij ook bij onze alpaca’s.
B-Impressed is de leider van de groep.
Voeding
Alpaca’s eten gras, hooi en worden bijgevoerd met brok met daarin vitaminen en mineralen. Als alpaca’s het hele jaar in de weide staan moeten ze kunnen beschikken over voldoende hooi en vers water.
Als u een bezoekje brengt aan de Alpakaapboerderij krijgt u wat voer mee, zodat u de alpaca’s van heel dichtbij mee kunt maken.
Geluiden
Onze alpaca’s maken lieve geluidjes. Als je dichtbij ze in de buurt bent hoor je soms piepen. Ze maken ook een piepend geluid naar elkaar toe.
Wanneer ze tegen je aan gaan liggen, voel je een zacht gekietel van de neus.
Rosie maakt lieve geluidjes als
je haar aait.
De kleintjes zijn nieuwsgierig en happen zachtjes in je jas of broek.
Echter wanneer er gevaar dreigt, beschikken ze over een ander geluid. Ze maken dan een hoog en schel geluid. Wanneer dit geluid klinkt, zijn alle dieren in de kudde alert en gaan dichtbij elkaar staan. Vaak komt er een kat of een vos voorbij. Het geluid schrikt ‘het gevaar’ af, waardoor het snel vertrokken is.
Cria
De mannetjes -en vrouwtjes alpaca’s worden hengsten en merries genoemd. Een alpacajong noemen we een cria.
In de volksmond worden ze toch vaak veulens genoemd.
Cria’s’ wegen tussen de 6 en 9 kg en worden meestal tussen 08.00 en 16.00 uur geboren, vaak op een zonnige dag. Alpaca’s kunnen hun tong niet ver uitsteken om hun jong droog te likken. Het veulen is dus op de zon aangewezen om te drogen.
De dracht van een alpaca duurt ongeveer 11.5 maand
De alpaca’s kunnen tussen de 15 en 25 jaar oud worden.
Alpacawol
Buiten overwinteren kunnen alpaca’s prima, maar ze moeten wel de mogelijkheid hebben ergens te kunnen schuilen.
Wij hebben twee grote hokken gebouwd, waar de alpaca’s voldoende ruimte hebben om te schuilen.
We ontwormen en knippen de voetnagels regelmatig en ieder jaar in het voorjaar worden de alpaca`s geschoren.
De wol (of eigenlijk vezel) die ervan af komt heeft bijzondere eigenschappen.
Er zit bijvoorbeeld geen lanoline (vet) in zoals bij schapenwol.
Het is veel zachter dan schapenwol waardoor het eigenlijk ook niet kriebelt als je er een trui van draagt. Ook is de wol temperatuur regulerend en hyperallergeen.